bij het scheepvaartmuseum

bij het scheepvaartmuseum
Als schipper van het V.O.C. schip de Amsterdam

woensdag 27 maart 2024

dinsdag 19 maart 2024

MS Emerald Isle, roepnaam: HO 4759 – deel 1




Na de MS Start bij Scheepswerf en Machinefabriek ‘Westerdok’ in het dok afgemeerd te hebben met behulp van twee kleine sleepbootjes, kreeg ik een briefje in mijn hand gedrukt: ‘Kom, voor je naar het Rapenburgerplein 83 gaat, even langs kantoor.’ Getekend: Kees Smit. ‘P.S je wordt afgehaald bij de poort, zij hoopt dat je haar nog herkend.’ ‘Tja, negen weken van huis is ook wel lang, als je in de Home Trade vaart,’ dacht ik. Het kantoor stond aan de andere kant van het Westerdok. Dan er maar langs met Plunjezak en diplomatenkoffer. De eigenaar van de Start was daar ook aanwezig, hij wilde graag de rekening-courant ontvangen over mijn aflosperiode. De bevrachting had voor hem al mijn kaplaken* berekend. Hij liet zich nog diezelfde avond in ‘De Druif’ zien. Kees Smit had een ander verhaal.


Steenenhoofd

‘Zou je over een dag of twee naar Nantes willen afreizen met een geheel nieuwe bemanning? Stuurman en kok zijn je bekend. De matrozen verblijven in het zeemanshuis, een van onze wal machinisten vaart deze reis mee. De reis wordt van Nantes naar Zwolle met een lading melkpoeder in zakken op pallets, 500 ton. De ontvanger heeft een ladingsinspecteur/-controleur ingehuurd voor tijdens het laden, dit gaat in overleg met het gezag. Maar denk om je diepgang, maximaal 3 meter op zoetwater.’ Drie dagen later stond er een busje voor “De Druif”: ‘Instappen maar Kappie, richting Nantes met je bemanning om aldaar een geheel alcoholisch spul af te lossen. Ik ben benieuwd wat je er aantreft,’ waren de woorden van Kees Smit. De door mij af te lossen persoon werd door zijn bemanning in het busje geholpen, zij hadden allemaal al flink wat neuten in hun keelgat laten lopen. De ruimen één grote troep, eerst maar klaren, ventileren en drogen. Dat was 2 dagen werk nadat wij het schip hadden overgenomen. Het laden kon beginnen. Toen was de kombuis met de accommodatie aan de beurt. Wij sliepen zolang in een hotel tot de beestenboel geklaard was. De meester had zijn handen vol aan de machinekamer, maar met behulp van de kok gaf hij na 3 dagen het sein ‘MK (machinekamer) zeeklaar’ en ‘Ik ga me douchen, daarna wil ik een biertje Ouwe en neem er zelf dan ook een.’ Kok Maarten wilde graag zijn Franse vriendin Minous Noël meenemen, die hij op een van zijn vorige reizen in Nantes had ontmoet. Dit mocht geen probleem zijn, als zij maar een paspoort had. De lading zat er, onder toeziend oog van de ladingsinspecteur voor de melk coöperatie Overijssel, in 1½ dag in. Zeeklaar maken, Bill of lading tekenen, schip uitklaren, nog een nacht tegen de kant, bij daglicht maar de Loire af. Een goede 700 mijl voor de boeg, bij goed weer over 3 dagen voor de loodspost van IJmuiden. Ik kon nog wat tijd verdienen als het tij mee zat vanaf Douarnenez via het kanaal Raz de Seine naar Ile d'Ouessant - Passage du Fromveur en dan zo het Kanaal in. Zo’n 3 mijl stroom p/u mee zou mooi meegenomen zijn.


Vuurtoren bij Raz de Seine


Île d'Ouessant - vuurtoren 'Phare du stiff'

De reis verliep voorspoedig. Vrijdagavond op de loodspost van IJmuiden, een uurtje later voor de kleine sluis. Inklaren bij het Steenenhoofd en daar de nacht doorgebracht. De Schellingwouderbrug zou zaterdag pas weer om 06.00 u draaien, dus bij ons gingen de trossen los om 10.00 uur; als we zondag maar voor ‘t donker in Zwolle zouden hhzijn. Twee dagen lossen en dan naar Urk aardappels in zakken voor Colchester aan de rivier Colne.


Aanloop IJmuiden



Tot de volgende Emerald Isle!

* Term voor een gratificatie in % over de bruto vracht. Zijn er meedere partijen (stukgoed), dan over het totaal verzekerde bedrag van de lading. De schipper/kapitein krijgt dit bedrag in Engelse ponden altijd toegeworpen.

Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg

zondag 10 maart 2024

MS Start

 

Gebouwd in 1933, roepnaam PHSR 34 x 7 x 2.45, laadvermogen 260 ton, 150 pk. Haar eerste naam (doopnaam) was SURSUM CORDA, eigenaar Tjaard Drijfhout die haar in 1938 verkocht aan Freek Drijfhout. In 1951 kocht J.J. Onnes (houthandelaar uit Groningen) haar met een naamsverandering in START. In 2000 zag ik haar nog een keer als woonboot liggen in Amsterdam. Maar nu heeft ze een ligplaats in Kerkdriel aan de Maas, waar ze op eigen motor is aangekomen en wel op de 4 cilinder Humboldt-Deutz van 1933. Wederom als woonboot en met als naam HERIDOR – JACMISSON.




In het land van Heusden en Altena ligt Werkendam 44 mijl vanaf zee aan de Merwede, alwaar ik aan boord stapte. Bemanning 3 Engelsen, Maltezer vlag, thuishaven Valletta. Zij lag graan te laden voor Norwich, bij Great Yarmouth naar binnen, dan de rivier de Yare op 20 mijl landinwaarts, dit kon alleen bij daglicht. Zij was voor 3 à 4 reizen vercharterd, dit werd daarvan haar eerste reis. De terugreis ging in ballast naar Werkendam. Geen enerverende reisjes. Tijdens het laden op deze zaterdagmiddag zou ik een goede amateur worstelwedstrijd gaan zien in de Village Hall van Norwich. Het spektakel was een treffen van de Britse kampioen tegen de uitdager, de Hollandse kampioen halfzwaargewicht. Op het spel stond de Europese halfzwaargewichttitel voor amateurs. In chartervliegtuigen, of met de ferryboot en bus, hadden de Hollandse supporters de oversteek over de Noordzee gewaagd. Het waren voornamelijk Amsterdamse penoze: bijgoochems, kroegbazen en geblondeerde pooiertjes. Deze hadden hun pronkstukken gehuld in bontjassen meegenomen, ze waren goed geparfumeerd en een enkeling had een strooien hoed op. Ze vormden een lawaaierige groep onder het publiek. Het applaus klinkt, als een oud-kampioen met krakerige knieën en stijve ellebogen als misterspeaker wordt voorgesteld: de kandidaten voor de titel schudden elkaar de hand. We horen het Wilhelmus vanaf een plaat die vol krassen en barsten zit. Daarop breekt een oorverdovend gejoel los: de wedstrijd kan beginnen. Het Engelse publiek ondergaat een metamorfose: Bij de kassa’s en ingangen nog keurig in de rij, dus echt ‘British’, maar nu ontpoppen deze bescheiden gentlemen en goedhartige ladies zich in een stel halve gekken, een krijsende en fluitende massa. De Hollandse delegatie laat zich ook niet onbetuigd, om me heen hoor ik: ‘Sla hem voor z’n bek’. Een raar soort supporters, of zijn het een stel machtswellustelingen? Mannen in te grote leren jassen met reusachtige sigaren. Het type vrouw op de voorste rijen is een bepaald slag van het soort onbevredigde smachtende en kwijlende perverselingen. Ik zag een enkeling haar slipje richting de ring gooien. Na de vijfde ronde komt de Hollandse uitdager moeilijk uit zijn hoek. Zijn gezicht is twee maal de normale grootte en zwelt met de minuut. Ik zet mijn blikje cola maar op de grond en zie naast me een paar rood gelakte nagels naar de binnenkant van een paar romige dijen gaan, dus een van de slipjes was van haar. Ik lees maandag wel in de krant wie de titel Europees Halfzwaargewicht amateurs is geworden. Teleurgesteld loop ik door de regen op zoek naar een pub, daarna een fish and chips en op tijd mijn kooi in. Norwich is niet meer het Norwich dat ik als matroos/kok heb gekend. Ik kwam er regelmatig met de schepen Tarzan en Spirit van Beck's scheepvaartkantoor om bij 'Colman's food' luxe halfproducten te laden voor de restaurants in Parijs. Norwich met haar onvergetelijke haven, pub en The Ferry Inn, nu een plek om duur te kunnen tafelen. De oude eigenaresse Margie is overleden. Na 9 weken mocht ik de MS Start afmeren in het Westerdok van Amsterdam voor de grote dokbeurt. Haar dokbeurt (survey) viel slecht uit; ook haar zeedagen waren geteld door inname van haar certificaat van zeewaardigheid door de verzekeraar. De eigenaar vond Hfl. 80.000,= voor zijn Start wel goed en zij werd een woonboot.



De Meppel, in december de haven van Great Yarmouth binnenlopend met de kerstboom in top in de voormast.


Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg

zaterdag 2 maart 2024

Glorietijd van de 'potjes'


Een stukje over de hoogtijdagen van deze kleine coasters (potjes). De bijnaam van de Engelsman uit scheepvaartkringen was ‘Grey Devils’, zij hebben de Europese wateren ‘dun’ gevaren. We praten dan over het tijdvak 1945 – 1970. In 1947 ging er een zestal in time charter voor de Nederlandse regering naar Nederlands Indië om kopra te verschepen in de Indische archipel naar Tandjong Priok. Van daaruit ging het verder de wereld over per groothandelsvaart schip. Zij voeren in konvooi via het Suez kanaal. In 1969 werd de 500 bruto tonnenmaat losgelaten, de schaalvergroting deed zijn intrede in de Kleine Handelsvaart. De vijfenzeventigmetergrens tussen de loodlijnen, een breedte van 16 meter en motoren van 3000 pk werden normaal, men kon 6000 ton laden. De kleine coasters waren vaak van een kapitein die er de eigenaar van was of met enkele kennissen uit het dorp die wel wat geld wilden beleggen in zijn boot. Deze potjes waren totaal niet geautomatiseerd. De schroefbediening gebeurde dmv een keerkoppeling die achter de motor op de schroefas was gemonteerd en die men vanuit de stuurhut bediende . Vooruit/achteruit was een vrij zware klus tijdens het manoeuvreren, vooral als het een kleine haven betrof en je er achterstevoren in moest. Old harbour in Hull aan de Humber bijvoorbeeld of Runcorn aan het Manchester Ship Canal. Dan was er nog het sturen, dat ging veelal nog met een ketting tussen het stuurwiel in de stuurhut naar een kwadrant op het achterschip boven de roeras. Bij dit stuursysteem voelde je de kracht van de zee met slecht weer op het stuurwiel. De matroos van toen was een potige vent, hij kreeg erwtensoep met pannenkoeken op zaterdag en iedere ochtend, naast zijn brood, havermoutpap. Er waren er ook die het ‘Bodewes’ stuursysteem hadden, de broodwagen genoemd. Dit stuurde een stuk aangenamer. In de kombuis een AGA fornuis op cokes of, als deze het begeven had, een olie gestookt fornuis. In beide gevallen was het goed koken voor de kok. Als de kapitein ook van goed eten hield, was er kip op zondag met appelmoes en patat.


John Baird heeft veel tekeningen gemaakt aangaande de scheepvaart


Maar de potjes kregen het tij tegen, het vrachtverkeer over de weg was in de jaren zestig sterk in opkomst. De lijndiensten op Paris, London, Kopenhagen en Malmö kregen te maken met een lading vermindering, de container deed zijn intrede. Tal van kleine havens werden gesloten voor de beroepsvaart. De dagen van de inmiddels strek verouderde potjes waren geteld. Van sommige werd de zeebrief ingetrokken, dus dan maar naar de sloop. Dit door de geringe investering (onderhoud) en door een te slechte vrachtenmarkt van de laatste jaren. Het uitvlaggen bracht ook geen uitkomst. Sommige kon men kopen voor een prijs van rond 100.000 gulden.* Automatiseren was een kostbare zaak door de 12 of 24 volt die men aan boord had. Een enkeling had een radar met omvormer genomen. Moest deze gebruikt worden dan ging de hulpmotor bij voor de juiste netspanning. Indien geen radar ging men ten anker in dichte mist in een druk vaarwater. Zat men op ruim water dan de hoofdmotor op halve kracht vooruit en om de 3 minuten de scheepsfluit blazen. Een matroos voorop de bak, hij moest uitluisteren naar een fluitsignaal van een ander schip. De Pubs met cooldrinks and hot women moesten maar even wachten. Voor mij waren deze coasters onder niet Nederlandse vlag een mogelijkheid om toch te kunnen varen, zij eisten geen medische keuring en vaartijd. Daar kwam bij... wat kon ik anders?

* Ook zijn er veel potjes naar het Caraïbisch gebied gegaan om tussen de eilanden te gaan hoppen, vaak met smokkelwaar.



Een coaster in slecht weer


Bij deze video van de Havenzangers zie je op de achtergrond zo’n grijs potje met hoge snelheid op de rivier voorbij stomen met een gestreken mast:




Tot bij het volgende potje...


Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg


zondag 25 februari 2024

Cornwall, met potje* Ingi naar Mousehole


Cornwall, een markant gedeelte van Engeland gelegen in het uiterste Zuidwesten, de streek in de teen van Engeland, een fantastisch mooi landschap. Een bezoek aan Land’s End, de uiterste punt van de teen, is zeer de moeite waard. Ik mocht een bezoek brengen met de ms Ingi. Hier staat het eerste en laatste huis van het Engelse continent en rondom heersen de elementen water en wind. De kleine oude vissersdorpen doen soms nog middeleeuws aan, vooral Mousehole (muizenhol), een oud piratennest. Met haar Pub de Fisherman’s Inn, alleen open van 19.00 uur tot 23.00 uur en goed voor een dubbele borrel of een pint lauwe Ale en zondags gesloten.


Land's End
foto Winnie Gloudemans


Het huidige Mousehole, niets veranderd in ruim 50 jaar

Mousehole was moeilijk of eigenlijk helemaal niet per vrachtauto bereikbaar, maar men wilde bouwmaterialen. Dit werd op de telex van Gruno bevrachting gelezen. De slagzin van “Gruno” was “Whatever the cargo, wherever the port, one of our coasters is bound to be the right sort” . Karel Verkooi had de Temar aangekocht van Temmo Kroeze en deze omgedoopt naar Ingi, de witte verf van de naam was nog nat toen ik aan het Steenenhoofd (toen nog deze oude spelling) aan boord stapte. Haar Panama vlag zag er ook nog nieuw uit, evenals de scheepvaart certivicering waar Karel mee doende was. Bouwjaar 1929, scheepslengte lengte 35 meter, 240 laadtonnen, diepgang 2.40 meter, 150 pk, 7.5 knoop. Drie bemanningsleden, de stuurman was ook voor de machinekamer, dit had hij ook bij de vorige eigenaar gedaan. De twee matrozen, die eveneens bij Kroeze aan boord waren, waren ook maar gebleven. Voor mij dus het kombuis werk in de haven voor de komende twee maanden. Dan even verlof tot het volgende potje zich aandiende. Een bevrachter van Gruno stapte bijna gelijk met mij aan boord met de mededeling: kapitein u gaat laden in Meppel, bouwmaterialen voor Mousehole. Verkooi zal je wel aanmonsteren. Je krijgt van ons nog informatie over de losplaats. Dat was niet veel, het kon op een lucifersdoosje: “Meren aan SB binnenkant breakwater (pier), alleen binnenkomen met pal hoogwater, de waterstand is dan 2.80, geen loods. Bunkeren en provianderen na de terugreis van Meppel hier aan het Steenenhoofd.


Temar, september 1972 gekapseisd nabij Sunk lichtschip
op een reis Vuren – Colchester.

Na 15 uur varen meerde de Ingi in Meppel af en werd de ladingslijst doorgenomen. Twee dagen voor het laden, 3 dagen op zee met mooi weer voor de 460 zeemijlen. Zo niet dan is er altijd wel een baai aan de Engelse Zuidkust om te schuilen. Het lossen zou worden gedaan door de ontvanger die, naar bleek, enkele visserlui bereid had gevonden de klus te klaren. De bemanning bediende de winches en vijf dagen later was het schip gelost. Wachten op hoogwater, dan de achterspring op de kop van de pier, hierna zeer langzaam op de hoofdmotor achteruit de haven uit. Een groet met de scheepsfluit en op naar het haventje van Par om China klei (Kaolien) voor Gouda te laden. Na het lossen van de klei stond er een lading teeltaarde in big bags voor Saint Peter Port op Guernsey, losplaats Albion Hotel. Hierna naar Roscoff – Bretagne, zakken uien op pallets voor London tot voorbij de Tower Bridge, losplaats Billingsgate Market. Dit was het mooie van op deze Potjes te varen, weinig dagen op zee. Veel in kleine havens met een Pub voor de pint en een 'Fish and Chips' om de hoek.

* Potje = kleine coaster

Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg


zaterdag 17 februari 2024

De Hermandad van de Nederlandse vaarwateren – deel 2

 


Patrouillevaartuig waterpolitie t.h.v. de Scheierstoren


De Waterpolitie is verantwoordelijk voor opsporing, toezicht en handhaving op de hoofdvaarwegen en de grote water- oppervlakken in Nederland. Tevens controleren zij aan boord het alcoholgebruik van de schippers in de beroeps- en pleziervaart. Daarnaast kijkt men ook of de juiste vaarbevoegdheid met het juiste aantal bemanningsleden aan boord zijn.

De teams van zowel Zeevaartpolitie als Waterpolitie zijn een bijzondere groep mannen en vrouwen die voornamelijk voortkomen uit de zeevaart, binnenvaart, marine en visserij. Hoewel het politiemensen zijn, blijven het toch altijd varensgezellen van het beste soort. Ze voelen zich dan ook niet verwant met de gewone politieagent. Nadat het schip is uitgeklaard varen zij nog een stukje mee en zwaaiden ons een laatste groet. Voor ons waren zij het laatste contact met Holland.


Waterpolitie tijden Plaspop.
Foto uit de Nieuwe Meerbode van Aalsmeer.


Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg


vrijdag 16 februari 2024

De Hermandad van de Nederlandse vaarwateren – deel 1




Rotterdam heeft zijn bureau rivierpolitie aan de Sint Jobsweg (Parkhaven) opgericht in augustus 1895 op verzoek van de cargadoors. Dit door de vele klachten van diefstallen uit de pakhuizen. In het jaar 2000 veranderde de naam van Rivierpolitie in Zeehavenpolitie, een onderdeel van de Nationale Politie. Hun werkgebied is vanaf de Brienenoordbrug tot Hoek van Holland/ Maasvlakte. Ze zijn zeer actief in de haven en werken nauw samen met de douane in het opsporen van de narcotica transporten die per schip worden aangevoerd. Daarnaast andere havencriminaliteit, milieuhandhaving, nautisch toezicht en grensbewaking (aan boord). De informatie van de binnenkomende zeeschepen, de maritieme wereld van de scheeps- bewegingen in de Rotterdamse haven, krijgen zij via Dirkzwager Maassluis (1872), thans de ‘Koninklijke Dirkzwager’. Zij zijn de ogen en oren van het havenverkeer.

De zeehavenpolitie voert de grensbewaking uit door aan boord van een zeeschip te gaan wanneer deze op zijn los-/laadplaats ligt of op de boeien is gemeerd met behulp van de roeiers, dit zijn de mannen die de trossen aannemen. Eenmaal gemeerd vragen zij aan de kapitein een bemanningslijst met de namen en paspoortnummers om te kijken of er geen verdachte personen bij zijn. Hierna mag de bemanning de wal op om het geld te laten rollen, want daarom is het rond gemaakt.

In mijn matrozen tijd was het stapgebied voor de zeeman het Stieltjesplein, vooral Café Rijn & Zeevaart, met in haar kielzog Café De Coaster waar het pils ijskoud geserveerd werd en met mooie Rotterdamse stukken aan en achter de bar die Parfait d‘amour dronken. Muziek van Freddy Quinn die ‘Heimatlos’ zong, afgewisseld door Ciska Peters met haar ‘Zeeman, jij moet varen’. Dan was er nog Eddy Christiani, gekscherend ook wel Eddy Fietsband genoemd, met zijn ‘Oude Zeeman’, dan kwamen de tranen. Dit alles kwam toendertijd uit een Wurlitzer jukebox . Of je ging naar de Kaap met zijn roodverlichte vensters. Je ging zo’n gezellige verlichte kamer binnen waar een joekel van een vrouw naast een schemerlampje een paar sokken zat te breien en je zei schuchter hoeveel.

Vlissingen, Borsele, Terneuzen en Moerdijk hebben sinds juli 2023 ook een eigen Zeehavenpolitie. Hoofdbureau aan de Piet Heinkade te Vlissingen. Zij hebben in hun korte bestaan al zo’n vijftig uithalers opgepakt – 12.000 kilo cocaïne.


Patrouillevaartuig Zeehavenpolitie t.h.v. de Veerhaven


Tot deel 2!

Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg